Elk jaar worden er honderden
nieuwe kinderboeken geschreven. Die krijgen lang niet allemaal een bespreking. Als je boek besproken wordt, betekent dit dat het op de een of andere manier is opgevallen. Soms kun je als schrijver iets van een bespreking leren, maar meestal niet. Dan staat er niets nieuws in of het klopt niet of je bent het niet eens met de mening van de recensent. Maar besproken worden is altijd beter dan níet besproken worden. Want je wilt natuurlijk dat je boeken onder de aandacht komen en gelezen worden.
Uit NRC Handelsblad, 1988
Au, dat beest prikt! bevat informatieve verhaaltjes voor kinderen die net kunnen lezen. Ze gaan over egel, mug, kwal en hoofdluis. De auteur Ditte Merle beschreef eerder in Onder dat blaadje zulke dichtbije beestjes als pissebed, worm, slak en oorworm. Uit haar boekjes komt ze naar voren als een moderne moeder of kleuterjuf, die veel weet en daar aardig over kan vertellen. De verhouding tussen mens en dier wordt
realistisch maar soms nogal oververwacht uit de doeken gedaan. Na precieze en interessante gegevens over mugge-eitjes en de functie van de muggebeet volgt ter afsluiting: "Aha, je ziet weer een mug. Ze zit op de muur. Pats! Die is raak. De mug is plat. Maar de muur is rood. Eigen schuld, dikke bult."
Zoals zo vaak in dierenverhalen voor kinderen leidt de voortplanting tot hoogstandjes van wazige formuleerkunst. Egels: "Nu kan Egelmans op haar kruipen. Als alles goed afloopt, krijgt Prikkel over een tijdje jongen." Muggen: "Ze vrijen en de eitjes worden bevrucht." De plaatjes zien er aardig uit, maar zijn niet altijd even verhelderend.
Bregje Boonstra
Tekening van Alex de Wolf uit Au, dat beest prikt!