bespreking blaadje

startpagina
omhoog

 

 
Ergens onder een blaadje was mijn eerste boek in de boekhandel. Wat was het spannend om de besprekingen te lezen! Gelukkig werd het boek door de pers goed ontvangen. In de recensies stond dat de taal zo mooi eenvoudig was en toch ook heel levendig. Dat het leven van al die beestjes leuk beschreven werd. En dat het boek zo mooi uitgevoerd was, op mooi papier. Ik voelde me heel trots en het stimuleerde natuurlijk om door te gaan. 

Uit: de Waarheid, 27 november 1986

In "Ergens onder een blaadje" schrijft Ditte Merle vier verhalen voor kinderen die net zelf kunnen lezen. Samen met de schrijfster til je blaadjes op en kijk je in verborgen hoekjes. Wat je er vindt zijn een pissebed, een regenworm, een slak en een oorworm.
Dikkie de dikke pissebed vind je in de kelder. De familienaam heeft de pissebed gekregen, toen de dokter vroeger deze diertjes droogde en er poeder van maakte. Dat poeder werd gegeven aan iemand die niet kon plassen. Vandaar.
In korte, gemakkelijk te lezen zinnetjes worden de verhalen verteld. Eenzijdigheid wordt vermeden, doordat in ieder stukje een ander aan het woord is. De regenworm stelt zichzelf voor en de andere dieren worden beschreven door degene die ze ontdekt. In het boek wordt de natuur niet als louter lieflijk afgeschilderd. Het droeve lot, een handje geholpen door mens of natuurlijke vijand, vertelt Ditte Merle eveneens.

Selma Niewold

Tekening van Peter Oey uit Ergens onder een blaadje

startpagina omhoog

Copyright © 2004 Ditte Merle
Last modified: november 24, 2021