
Heel vroeger, toen jij er nog niet was,
werden pissebedden gevangen
en naar de dokter gebracht.
De dokter droogde ze.
Hij hakte ze in stukjes
en maakte er poeder van.
Kon iemand niet plassen?
Dan kreeg hij dit poeder en moest het doorslikken.
De dokter dacht dat je van pissebedden weer kon plassen.
Daar komt die gekke naam vandaan.
Dit stukje over pissebedden staat in
Ergens onder een blaadje, een van mijn eerste boeken (1986). Het boek gaat over vier dieren die je onder blaadjes kunt tegenkomen: de pissebed, de worm, de slak en de oorworm.
Peter Oey
maakte er bijzondere, soms bijna surrealistische, tekeningen bij, in
zwart-wit.
Wil je een ander boek bekijken?