Bij de schooltv-programma's van Huisje Boompje Beestje (1997-2000) schreef ik verhalen die bij de tv-programma's pasten en die de leerkracht in de klas kon voorlezen.
Hier een verhaal dat hoorde bij een programma over bomen en hout.
De oude en de jonge eik
In een groot en donker bos staat een oude eik. Hij staat daar al jaren en jaren. Onder die hoge oude eik groeit een klein boompje.
‘Hallo, grote sterke reus’, roept het boompje naar de oude eik. ‘Was ik maar zo groot als jij! Je hebt zo’n mooie dikke stam. En er hangen duizenden blaadjes aan je takken. Moet je mij zien. Ik lijk wel een sprietje!’
‘Jij een spriet?’ kraakt de oude eik. ‘Wees maar blij dat je niet zo’n oude opa bent als ik. Mijn schors is oud en rimpelig. Mijn takken stram en stijf. Was ik maar lekker jong.’
‘Maar ík wil graag een ouwe opa zijn,’ zucht het jonge boompje. ‘Want dan komen alle vogels naar je toe. Kijk eens hoeveel er gezellig op jouw takken zitten. Hier een uil, daar een paar kraaien, en nog een heleboel kleine vogeltjes. Bij mij komen ze niet. En moet je zien hoeveel nesten er in je takken hangen. Jij hebt de meeste nesten van het hele bos.’
'Als jij wat groter bent,’ bromt de oude eik, ‘komen de vogels ook naar jou. Maar dat duurt nog even. Want ík krijg al het zonlicht en jij maar een beetje. Ik krijg al het water uit de grond. Voor jou blijft niet veel over. Daardoor groei jij niet hard.’
‘Ging het maar wat sneller’, zegt het boompje. ‘Al die mensen die hier voorbij wandelen, kijken naar je en ze roepen: "wat een mooie grote dikke eik." En als het regent, schuilen ze onder jóuw takken. Niet onder die kleine sprieten van mij. Ze hebben zelfs hartjes in jouw stam gekrast. Jij bent de mooiste van het bos!’
‘Niet overdrijven!’ roept de oude eik. ‘We zijn allemaal mooi. Samen zijn we een bos. Als jij en alle andere bomen er niet waren, dan stond ik hier maar in m’n eentje. En dan kwam er niemand wandelen.’
Opeens klinkt in de verte gekraak. Er komen twee mannen aan. ‘Karel, kijk eens wat een oude eik!’ roept de ene man. ‘Ja, wat een joekel zeg! Maar die eik neemt al het licht weg. De boompjes eronder kunnen niet groeien. Dit is een mooie eik om dikke planken van te zagen. Kom, we gaan de zaag halen!’
‘Heb je 't gehoord?’ fluistert het boompje verschrikt. ‘Nu begrijp ik het. Je kan beter niet oud en groot zijn. Want als je oud en groot bent, ga je naar de houtfabriek!’
‘Ach, ik heb een goed leven gehad’, galmt de oude eik. ‘En van alles meegemaakt. Nu krijg ik een ander leven. Wie weet word ik de boekenkast van een verstrooide professor. Of het hok van een leuke hond. Of misschien wel de stoel van de koningin! Dat lijkt mij het allermooiste!’
Ditte Merle
Wil je een ander verhaal lezen?